Nieuw pand van Stichting RIBO is circulair gebouwd – een voorbeeld voor de bouw

Dakpannen van een sloopproject in Haaksbergen, dakbeschot van de Bataafse Kamp in Hengelo en nieuw hout afkomstig uit de bossen van Twickel. Het nieuwe pand van Stichting RIBO in Hengelo is voor een groot deel circulair gebouwd, met gebruikte en organische materialen.

Martin Bellers loopt door de nieuwbouw. Hij wijst naar de liggers boven hem. “Afkomstig uit een complex van de Universiteit in Leiden”, zegt hij. “Het is redwood. We hebben daar een stuk van meegenomen. De constructeur zei dat we het prima konden gebruiken.” Bellers haalde vervolgens zo’n 70 kubieke meter van het gebruikte hout op in Leiden. Het is een van de vele eerder gebruikte materialen in het nieuwe pand van de Stichting RIBO, dat voor een groot deel uit hout is opgetrokken. Enkel bij de ingang is een gemetselde wand te zien. Maar uiteraard zijn ook deze stenen eerder gebruikt.

 

In februari is de bouw begonnen. Een deel van het pand moet in de tweede week van september in gebruik  worden genomen. Geen wonder dus dat het deze dinsdag een komen en gaan is van timmerlieden en installateurs. Ook op de eerste verdieping wordt volop gewerkt. Dan wijst Bellers naar het dakbeschot. “Dat hebben we bij de Bataafse Kamp opgehaald. Op sommige stukken zit de graffiti er nog op. We hebben het dakbeschot in stapels afgenomen. Aan de kopkanten zaten er scheuren in. Die hebben we afgezaagd. Dat kostte tijd. Al met al is de kap daardoor duurder geworden dan wanneer we het met nieuw plaatmateriaal zouden afwerken, maar het effect dat het geeft zie je nergens anders. Door het toepassen van gebruikte materialen uit verschillende panden, kent het gebouw straks vele verschillende verhalen.”

 

'Uitstralen wie we zijn'

De keuze voor het eerder gebruikte materialen is een bewuste van RIBO. De naam van de stichting is een afkorting voor Restauratie en Innovatie in de Bouw in Overijssel. De stichting biedt trainingen en opleidingen aan op het gebied van restauratie én handelt in historische materialen. “Met de nieuwbouw willen we uitstralen wie we zijn”, zegt Alfred Evers, die ook bij het gesprek is aangeschoven. “We laten onze studenten veel werken met gebruikt hout. Laten ze zien wat daar allemaal nog mee mogelijk is. We vonden dat wat wij met de mond belijden ook in de nieuwbouw terug moest komen.”

Bellers en Evers hebben beiden een passie voor hout en historische materialen. Niet zo gek, want een groot deel van het leven van beide mannen staat bijna dagelijks in het teken hiervan. Bellers is sinds de oprichting in 1987 projectleider bij RIBO. Evers werkt als praktijkdocent aan het ROC van Twente. Beide partijen werken nauw samen en hebben zeven jaar geleden gezamenlijk een nieuwe opleiding in het leven geroepen: Technicus Hout en Restauratie. “In die opleiding worden leerlingen breed opgeleid in de passie die ze hebben; hout”, zegt Evers. “Ze leren hier vaardigheden die ze in het bedrijfsleven niet meer tegenkomen. Bijvoorbeeld het handmatig maken van een trap, een ambachtelijk meubel of een roede-overkruizing. De studenten krijgen de theorie, maar komen ook drie jaar lang één dag per week hier in de werkplaats. We leren ze creatief om te gaan met hout.” De opleiding heeft de wind in de zeilen. Jaarlijks krijgt RIBO tussen de 18 en 25 aanmeldingen. “Het kleinschalige spreekt veel studenten aan”, zegt Bellers. “We zijn niet voor de grote massa, maar op het gebied van kwaliteit zijn we wel een parel in het landschap.”

Innovatief

Maar hoe kleinschalig de opleiding ook is, het huidige onderkomen van RIBO is te klein geworden. Er is ruimtegebrek als er gelijktijdig een training wordt gegeven en er studenten aan het werk zijn. Daarom was de nieuwbouw noodzaak. Bellers en Evers waren er al snel uit dat het pand circulair gebouwd moest worden, met veel houten elementen. Maar dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Waar ruim honderd jaar geleden nog veel met hout werd gewerkt, zijn steen en staal tegenwoordig veelgebruikte bouwmaterialen. “De kennis van het werken met hout is voor een groot deel weg”, zegt Evers. “Die zit nog maar bij enkele mensen. Wij hebben die groepen bij elkaar gebracht. Zij hebben alle knooppunten en verbindingen opnieuw doorberekend. Ook dat is een manier van innoveren. Wij zijn de aanjager geweest om dat in gang te zetten.”

Voorbeeld voor de bouw

Inmiddels komt het eindresultaat dichterbij. Het gebouw krijgt steeds meer vorm. Bellers en Evers hopen dat het onderkomen van RIBO kan dienen als een voorbeeld voor de bouw. “De traditionele verbindingen blijven daarom zichtbaar in het gebouw”, legt Bellers uit. “Zodat andere partijen kunnen zien hoe we het in elkaar hebben gezet en het ook kunnen toepassen in andere bouwprojecten.”’ Op die manier wil RIBO impact maken, bijdragen aan de verduurzaming van de bouwwereld. “We willen een innovatiecentrum zijn”, zegt Bellers. “Niet alleen voor de bouwwereld, maar ook voor mensen die een oud pand hebben. Zij moeten bij ons terecht kunnen met vragen, bijvoorbeeld op het gebied van isolatie. Ook willen we in het nieuwe pand een repaircafé beginnen en is er meer ruimte voor ons depot met historische bouwmaterialen.”

 

Het nieuwe onderkomen van RIBO wordt op die manier multifunctioneel ingezet. Bellers en Evers zijn trots op dat wat ze hebben neergezet. En om nog eens aan te geven hoe circulair de nieuwbouw is, zegt Bellers: “In de hele constructie zit vrijwel geen schroef. Je kunt het zo uit elkaar halen en tien kilometer verderop weer opbouwen.”

 

Datum: 20 juli 2023 |

Bron tekst: RIBO |

Auteur: Willem Korenromp

Lees meer