De uitdagingen waarmee we momenteel te maken hebben, buitelen over elkaar heen. “We hebben in Twente net als in de rest van Nederland een grote bouwopgave, terwijl de grondstoffen schaars zijn. Tegelijk hebben we veel materialen in de gebouwde omgeving liggen die hergebruikt kunnen worden. Agrariërs zijn ook zoekende hoe ze toch kunnen blijven boeren, maar dan wel duurzaam en passend in de omgeving”, vertelt Janneke Paalhaar, net als Eric Versteeg ketenregisseur bij de Twentse Bouwboeren. Samen met Joke Bults en Jan Wienk, innovatiemanagers bij Pioneering, is ze projectleider van het project Circulaire Waardeketens. “Zoveel mogelijk hergebruik van bestaande materialen en gebruik van biobased materiaal is dan de oplossing. Daarvoor moeten we wel binnen de hele keten met elkaar samenwerken. In Twente ligt een goede voedingsbodem om hier in volle vaart mee aan de slag te gaan”.

 

Hergebruik
 

Helemaal niets doen is natuurlijk het meest circulair. “Maar als je dan toch een huis moet bouwen of een weg moet aanleggen, dan willen we eerst zoveel mogelijk bestaand materiaal hergebruiken”, zegt Joke Bults. “Dit vraagt om een andere aanpak, waarbij opdrachtgevers als gemeenten en woningcorporaties een uniforme uitvraag en aanpak hanteren waarbij de circulaire waardeketen toegepast wordt. Op basis van deze uniforme uitvraag kunnen ondernemers een passend aanbod doen. Bij de sloop van woningen en wegen komt materiaal vrij dat een bepaalde waarde heeft. In een circulair systeem maken we hier zoveel mogelijk gebruik van. Waar we naar toe willen is een materialenhub waar we bestaand materiaal zo hoogwaardig mogelijk kunnen opslaan, zodat het hergebruikt kan worden. Het materiaal blijft zo in eigendom van bijvoorbeeld gemeenten en woningbouwcorporaties en zij betalen dan alleen nog voor de diensten van de aannemer”. 

“We willen ook met kringloopbedrijven samenwerken”, gaat Joke verder. “Als de omvang van het materiaal onvoldoende is voor aannemers, kan het nog wel geschikt zijn voor particulieren. Zij hebben net die ene deur nodig of een bepaald soort dakpan”. 

 

Biobased
 

Als er onvoldoende bestaand materiaal hergebruikt kan worden, dan is het doel om zoveel mogelijk gebruik te maken van biobased materialen”, vertelt Joke. 

“Biobased materialen worden uit landbouwgewassen gewonnen en zijn daarmee de tegenhanger van traditionele bouwmaterialen”, vult Eric Versteeg aan. “Vezelhennep, stro en olifantsgras zijn goed te gebruiken als bijvoorbeeld bouwisolatie. Deze gewassen nemen veel CO2 op, hebben geen bestrijdingsmiddelen en minder mest nodig en zijn bovendien beter resistent tegen droogte. Vroeger werden hier ook huizen mee gebouwd, maar daar zijn andere bouwmaterialen voor in de plaats gekomen die goedkoper zijn. Daardoor is er geen vraag en aanbod meer. Maar als de bouwer weet dat het beschikbaar is, dan wil hij er wel mee gaan bouwen. Voor de agrariër die geen opvolger heeft of minder vee moet houden, kan het verbouwen van vezelhennep, stro en olifantsgras een alternatief verdienmodel betekenen. Die keten willen we opzetten: van land tot pand”. 

 

Ketensamenwerking
 

Zoveel mogelijk hergebruik en gebruik van biobased materiaal vraagt zoals gezegd om samenwerking binnen de hele keten: van agrariërs tot de bouwsector, architecten, woningbouwcorporaties, marktpartijen, producenten, maar ook gemeenten en het onderwijs. “Vorig jaar is het project Twentse Bouwboeren begonnen en hebben wij verschillende ketenbijeenkomsten georganiseerd”, vertelt Janneke. “Hier waren steeds zo’n 70 mensen aanwezig en dat heeft ertoe geleid dat 35 partijen een intentieverklaring hebben ondertekend om hiermee aan de slag te gaan. 

“Alles wat we doen valt onder het programma Building Balance. Building Balance initieert, stimuleert en ondersteunt zelfstandige regionale en landelijke ketens. Zij bieden ondersteuning aan de regio’s en zorgen voor afstemming en kennisdeling. We maken dus onderdeel uit van een nationale aanpak biobased bouwen, waar verschillende ministeries bij betrokken zijn. Het is heel mooi dat we van elkaar kunnen leren, maar we willen het wel zoveel mogelijk regionaal opzetten. Dat komt ten goede aan de regio en beperkt ook nog eens de CO2 uitstoot”, besluit Janneke.

 

Meer weten?
Neem contact op met Janneke Paalhaar
T: 06-13525443
M: janneke@rondeaarde.nl