Mix tussen technologie en mens

Niet met angst en beven naar de toekomst kijken

De digitalisering neemt steeds sneller toe, technologie ontwikkelt zich in een noodtempo, de berg data wordt steeds hoger. Levert dat alleen kansen op of brengt die ontwikkeling ook risico’s met zich mee? ‘We moeten klaarstaan om negatieve gevolgen op te vangen, niet met angst en beven naar de toekomst kijken’, vinden de vier gesprekspartners van dit rondetafelgesprek.

In het kort

  • De digitalisering neemt toe en de technologie ontwikkelt zich razendsnel. Dit biedt kansen, maar brengt dit ook risico's met zich mee?
  • Ondernemer, onderwijs, overheid en onderzoek gaan in gesprek over wat de exponentiële groei in data nou eigenlijk betekent.

 

Twente als motor voor 'Smart Industry'. Voor meer informatie ga naar twente.com/smart-industry

 

Global Goal

global goal icon

Ondernemer: Jeroen van de Lagemaat is directeur van NDIX. NDIX levert glasvezelaansluitingen aan bedrijven, waarmee die de ict-diensten van meer dan 130 leveranciers kunnen gebruiken, net als directe en veilige verbindingen tussen bedrijfslocaties. NDIX organiseert samen met de gemeente Enschede, Universiteit Twente, Hogeschool Saxion, ROC van Twente en de Fachhochschule in Münster het ICT Square Event in de Grolsch Veste.

Onderwijs: Sterre Coenen is net afgestudeerd aan de Universiteit Twente, studierichting Public Administration. Werkt nu als studentmedewerker bij de gemeente Enschede. Haar afstudeerscriptie ging over het ondersteunen van ouderenzorg met technologie.

Overheid: Gerdien Looman werkt bij de gemeente Enschede als trekker van Smart Enschede, een platform dat bijdraagt aan innova- ties in de stad en aan het slimmer besturen van de gemeente door slimme diensten en vernieuwende projecten.

Onderzoek: Prof. Dr. Ir. Arend Rensink is hoogleraar informatica aan de Universiteit Twente en opleidings- directeur van de Bacheloropleiding Technical Computer Science en de Masteropleiding Computer Science.

 

Een bijzondere plek dit keer voor het rondetafelgesprek: een emmer, op de middenstip van voetbalstadion Grolsch Veste. Die locatie is gekozen omdat directeur Jeroen van de Lagemaat van NDIX zijn klanten graag inzichte- lijk maakt wat exponentiële groei in data nou eigenlijk betekent. ‘Als je tegen mensen zegt: het gaat exponentieel groeien, hebben ze daar geen beeld bij. Maar als je zegt dat exponentiele groei betekent dat bij een druppel per minuut die emmer in ruim vijftien minuten vol zit en daarna in nog eens een kwartier de hele Grolsch Veste tot de bovenste ring vol water staat, dan gaat er wel een lampje branden. Digitali- sering en technologische ontwikkelingen gaan sneller dan menigeen kan voorspellen. En we staan volgens velen nog maar aan het begin.’

Ze zien elk op hun eigen vakgebied mooie ontwikkelingen. Gerdien Looman geeft het voorbeeld hoe een gemeente met sensoren bij- voorbeeld kan monitoren hoe het wegdek eraan toe is, of de riolering. ‘Dan kun je repareren of vervangen wanneer het nodig is en niet zoals tot nu toe gebeurde automatisch om de vijftig jaar het riool vervangen. Dat kan ook kosten besparen.’ Of neem de Smart Enschede app waarmee je op de fiets sneller groen krijgt bij de verkeerslichten. ‘En we werken nu aan de pilot ‘regentorens’ bij mensen in de tuin. Die vangen gezamenlijk duizenden liters regenwater op en lozen die in droge tijden vanzelf zodat bij hoosbuien het riool niet overbelast raakt.

 

Allemaal voorbeelden van slimme technologie die dagelijkse problemen kan oplossen.’ Machinelearning is volgens Rensink een goed voor- beeld van hoe door gekoppelde data nieuwe dingen mogelijk zijn geworden. ‘Gezichtsherkenning, diagnoses bij ziektes door data van bijvoorbeeld scans te combineren, dat is duidelijk effectief’.

 

Maar minder mooie kanten zijn er ook. Rensink ziet bij machinelearning ook gevaren in conclusies trekken op basis van data. ‘De werkelijkheid is een stuk complexer dan een set data die jij toevallig tot je beschikking hebt. Ik ben er huiverig voor dat mensen straks worden uitgesloten van bijvoorbeeld kredietverstrekking of een opleiding omdat op basis van data is geconcludeerd dat ze dat niet zouden kunnen of mogen. Het gevaar bestaat dat je gegijzeld wordt door een algoritme. Er moet ook ruimte zijn voor andere, menselijke factoren.’ Daarom is op de UT in de masters ook computer ethics opgenomen. Voorzichtigheid met data is ook volgens Looman geboden: ‘Want als een zorgverzekeraar zijn klanten een stappenteller geeft, is dat dan alleen uit preventieoogpunt of kunnen die data ook anders worden ingezet, bijvoorbeeld voor een premieverhoging als je niet genoeg beweegt? We kunnen alles meten en weten, maar willen we dat ook? Dat is de vraag.’

Coenen, met 23 jaar veruit de jongste in het gezelschap, kan best huiverig worden als ze ’s avonds nieuwsflashes op haar telefoon krijgt over criminaliteit in haar buurt. ‘Hoe weten ze dat? Soms word ik daar best benauwd van. En als ik naar The Dark Mirror op Netflix kijk, kan ik me ook wel zorgen maken over sociale en psychische gevolgen. Het is belangrijk dat we de jeugd goed leren hoe ze met bijvoorbeeld social media omgaan. Je moet je steeds kritisch afvragen: wat wil ik er eigenlijk mee en wat deel ik met wie? Kritisch omgaan met de nieuwe technologie is echt belangrijk. Maar ik zie toch vooral voor- delen aan alle technologische ontwikkelingen: het leven wordt er simpelweg gemakkelijker van. We moeten een goede mix zien te vinden tussen technologie en menselijk contact, bijvoorbeeld in de ouderenzorg.’

 

Bij de presidentsverkiezingen in Amerika kon je zien hoe sociale media het stemgedrag beïnvloeden. Van de Lagemaat weet dat Google op basis van profielen precies weet voor welke info je gevoelig bent en ook op welk tijdstip. ‘Google kent mij beter dan ikzelf. Cybercriminelen kunnen dat mis- bruiken door je precies op die beïnvloedbare momenten te bestoken met informatie waar jij gevoelig voor bent. Dat heeft niemand kunnen voorzien. Internet is ooit bedacht om wetenschappers snel wereldwijd informatie te laten delen. De bedenker ervan zegt nu ook dat hij bepaalde gevaren, zoals cybercrime en misbruik van data niet heeft voorzien. Wij overzien niet wat we nog aan negatiefs gaan tegenkomen bij toekomstige technologie. Maar dat is geen reden om deze ontwikkeling te stoppen. Je moet gaandeweg durven zeggen: dit is niet leuk meer, dit moeten we aanpassen.’

 

Bij de gemeente moet ook zeker oog zijn voor groepen die digitaal niet zo handig zijn, weet Looman. ‘Als we na volgend jaar alleen nog digitaal publiceren en niet meer in de huis-aan-huisbladen, bereik je dan nog wel iedereen? Dat zijn stappen waarover je goed moet nadenken.’ Bijsturen waar het moet dus. ‘Je moet klaarstaan om de gevolgen op te vangen, niet met angst en beven naar de toekomst kijken. Want het biedt ook volop kansen’, concluderen ze samen. Zo zou voorleessoftware mensen die niet goed begrijpend kunnen lezen juist kunnen helpen als er een bericht van de gemeente digitaal binnenkomt. En is mail veel duurzamer dan het rond- pompen van papier.

Talenten houden en halen

Volgens de vier is het zaak dat Twente talent binnenhoudt én haalt. Nu vertrekt een groot deel van de UT-alumni nog naar elders. Van de Lagemaat: ‘Ik heb geen zorgen over de technologie, die trein rolt wel door en voor elk probleem wordt wereldwijd wel een oplossing bedacht. De grote namen zullen ook wel goede mensen blijven trekken. Maar kan een klein ict-bedrijf in pakweg Tubbergen straks ook wel voldoende talent aantrekken en perspectief bieden voor hun continuïteit? Dat vind ik een grotere uitdaging.’

 

Daarvoor zouden universiteiten en hogescholen nog meer de link met het bedrijfsleven moeten zoeken, vindt alumnus Coenen. ‘De campus is toch een wereld op zich. Ik heb een survey gedaan over Talent in Twente en daaruit bleek dat studenten nog geen twee Enschedese bedrijven op kunnen noemen. Bedrijven moeten zich meer op de campus laten zien en studenten moeten meer naar buiten. Dat verandert gelukkig al.’

 

Een goede beheersing van de Engelse taal is onontbeerlijk om ook de internationale brains te vinden en te houden. ‘Veel mensen praten wel Engels, maar een vakinhoudelijke discussie is toch wel wat anders’, weet Looman, die zichzelf bijschoolde met een ‘Cambridge course’. ‘En dan bedoelen we echt niet dat heel Twente Engels moet praten’, haast Rensink zich te zeggen, ‘want de weerstand tegen Engels in onze opleidingen ken ik ook. Maar voor een vak als Computer Science zou het volkomen onlogisch zijn om het in ’t Nederlands te doen.’ Volgens Van de Lagemaat komt het met die Nederlandse taal van expats vanzelf goed na een tijdje. ‘Het minste dat we kunnen doen, ook in het mkb, is die mensen een soft landing geven.’

Datum: 4 juli 2019 |

Bron tekst: INN'twente |

Auteur: Frederike Krommendijk

Lees meer over #informatietechnologie